Sinds december 2020 mag ik iedere maand een column schrijven voor de huis-aan-huisbladen Zicht op Steenwijk, Meppeler Express en Weststellingwerf Express. Ik vind het leuk om te delen wat ik de afgelopen jaren zoal heb meegemaakt bij uitvaarten. Van de meest indrukwekkende, grappige, aangrijpende gebeurtenissen probeer ik een leuk verhaaltje te schrijven. Op deze pagina deel ik de reeds verschenen columns.

Foutloos

 

Boven mijn eerste column in deze krant stond mijn achternaam verkeerd geschreven. Vervelend, maar nu heb ik, zeker buiten Steenwijk ook niet een gangbare achternaam dus oké, kan gebeuren. Bij uitvaarten is het ook vervelend als er iets verkeerd gaat. Vaak wordt gezegd “je kan het maar 1 keer doen, dus het moet goed”. Eigenlijk wordt bedoeld: het moet perfect. Kan dat wel? Wanneer is het perfect, als de dood alles behalve perfect voelt? Maak je daarmee de druk op de dag van de uitvaart niet enorm groot? Ik hoor wel eens: ik ga niet speechen, want dan moet ik huilen. Mag dat dan niet? Of geef je juist door het snikken aan dat het gewoon pijn doet, dit afscheid? Hoewel ik als uitvaartverzorger alles doe om fouten te voorkomen, gaat er natuurlijk wel eens wat mis. Ik vergis me in een leeftijd, ik kondig een verkeerde spreker aan. Maar er gaan ook dingen buiten iemands ‘schuld’ anders dan gepland. Volgens mij zijn het juist die dingen die het afscheid speciaal maken. Meestal relateren families achteraf het ook aan de overledene, het wordt dan later gezien als een teken: de hond die tegen de kist aan piest: hij voelde altijd aan waar papa een hekel aan had! De rouwkaart die te laat bezorgd wordt? Oma kwam zelf ook nooit op tijd! De rouwauto die een lekke band kreeg: ik hoor papa al zeggen… Die keer dat het graf te smal was gegraven voor het formaat kist werd er al vóór de koffie om gelachen: typisch mama, haar hele leven was ze met haar omvang bezig! Het brandalarm dat afgaat in het crematorium, het haalt vaak de krant. Een keer ging tijdens de plechtigheid in de kapel het alarm af. Moeten we ontruimen, waar komt het vandaan? Toen ik het woord wilde nemen om voor de zekerheid toch tot evacuatie over te gaan hoorde ik door het lawaai heen een paar kleinkinderen giechelen… het duurde de bandieten allemaal te lang, dit was dé manier om er nu een eind aan te breien!

Stuk voor stuk in eerste instantie pijnlijke situaties, maar later glimlachen we er hopelijk om. Het leven is niet perfect, dus leg de lat bij het laatste samenzijn ook maar niet te hoog.

 

januari 2021

Nog te vroeg voor een nieuw begin

 

De uitvaartplechtigheid was in een klein zaaltje van het crematorium. Enkele familieleden, buren en een paar goede bekenden waren gekomen. ‘Ik ken die man niet, maar hij zal mijn man wel gekend hebben’, zuchtte de weduwe vlak voor het begin. De zoon vertelde iets, de buren zeiden kort een paar anekdotes en een oud-collega vertelde een paar aardige dingen. We luisterden naar klassieke muziek, want daar hield meneer van. Het was een rustige, mooie bijeenkomst. Hoewel er nog tijd ‘over’ was, sloot ik de plechtigheid af. De man die door de weduwe niet herkend werd, stond op en vroeg, ‘sorry dat ik u onderbreek mevrouw, maar mag ik nog een paar woorden zeggen?’ Ik keek naar de weduwe en zij knikte, prima. De man schuifelde naar voren en stelde zich voor als de overbuurman. Echt contact hadden ze nooit gehad maar hij had toch het een en ander meegekregen dus hij voelde zich erg betrokken. Hij dacht al de man die net sprak te herkennen en het is dus inderdaad de zoon. 'Goh, wat ben ik verrast te horen dat jullie van klaverjassen hielden, want het toeval wil, dat is mijn grote hobby. En ik hou, net als u samen deed, ook van een goed glas wijn en de muziek die u hier draait, werkelijk prachtig. En nu het dan zo matcht tussen ons, we hoeven niet allebei alleen te zijn. Ik woon tegenover en de basis hebben we, dus wat zegt u ervan, zullen we samen verder?' Verbazing, boosheid, lachen: de aanwezigen reageerden verschillend op dit spontane verzoek. De weduwe bedankte de man buitengewoon vriendelijk, ‘dit is iets te vroeg meneer, maar laten we over een jaar of zo weer eens contact hebben.’ Ik vond het ongepast, maar ook wel lef. En stiekem vraag ik me nog wel eens af, zou het nog iets geworden zijn?

december 2020

Voor een duivel zijnde, kun je er best mee door!

 

Of ik naar de GGZ-instelling in de buurt kan komen. De zus van één van de bewoners is er om de uitvaart van haar zojuist overleden zusje te bespreken. Mevrouw woonde er en werd behandeld voor haar psychiatrische problematiek. Haar zus noemde haar ‘onze eigen paradijsvogel’. Ze was een bijzonder eigenzinnig, kleurrijk figuur.

We kleden haar in een fleurige jurk en leggen haar in een kist. Een wild boeket bloemen wordt besteld en jolige muziek wordt verzameld. De uitvaart wordt gehouden in de kliniek zelf. Dat geeft de mogelijkheid dat al haar medebewoners en begeleiders aanwezig kunnen zijn. Wel zo praktisch.

 

Ik word bij het volgende bezoek in de kliniek meteen klemgezet door een oude, kordate dame met een rollator. Ze is klein van stuk maar behoorlijk dwingend, ze is erg boos op me. Ze grijpt me vast en roept dat ik de duivel ben en de dood naar binnen breng. ‘Wegwezen jij!’

Snel komt een man in een zwart maatpak op me af, mijn redder. Hij herkent me en zegt dat hij me wel even brengt. Hij loopt mee naar de kamer van de overleden mevrouw. Ik begroet de zus en de keurige man, bij wie ik twijfel of hij een bewoner of begeleider is, gaat op de stoel die naast de kist staat staan en stapt zó in de kist! De zus en ik kunnen nog net voorkomen dat alles in elkaar zakt en kapotgaat! Verzorgers komen aangerend, brengen de man in veiligheid en vertellen dat hij zo’n beetje haar vriendje was. Hij is zo verdrietig.

De bloemen zijn omgevallen, de fotolijst ligt aan diggelen en het kraakt en piept wat, maar de kist en de koeling zijn nog heel en we kunnen mevrouw weer mooi neer leggen. We halen opgelucht adem en moeten ook wel wat grinniken. Tijdens de uitvaartplechtigheid in de grote zaal ligt de man opgekruld als een hondje onder haar kist. Aandoenlijk is het wel.

 

De kleine mevrouw met de rollator komt halverwege de preek van de dominee naar me toe. Ik deins al achteruit, maar ze vraagt vriendelijk of ze intussen alvast mag beginnen met collecteren. Ik vraag voor wie de collecte dan bestemd is? Voor mijzelf natuurlijk! Nou ja, van mij mag het. Ze haalt wat geld en snoep op en komt naar me toe: ze vindt het tof van me, ik krijg een pepermuntje en een harde schouderklap: ‘voor een duivel, val je best mee’.

november 2020